SPECIFICATIES SM

De Citroën heeft maar weinig variabelen wat betreft uitvoering. Sowieso is er wat betreft carrosserie slechts één variant af fabriek geleverd, de coupé. Hierover lees je meer onder het tabblad Carrosserie. De motor heeft twee versies gekend, de 2.7 liter en de 3 liter. De 3 liter is in de basis hetzelfde blok als de 2.7, zij het dat de grondboring is vergroot om grotere cilinderbussen kwijt te kunnen. Dat is duidelijk te zien bij een opengewerkt blok, maar ook doordat de gietmal steeds hetzelfde is gebleven. Dat is te zien aan een gietfoutje in de nummeraanduiding C114 op alle blokken, zowel 2.7 als 3 liter en dat van verschillende jaargangen. Deze bevinding is gedaan bij het vergelijken van meerdere blokken uit de voorraad van Renard. De ratio van 3 liter of 2.7 motor is gelegen in de aandrijflijn. In de regel kwam de 3 liter motor met een automaatbak en de 2.7 met een handgeschakelde bak. Er zijn uiteraard ook uitzonderingen op deze regel. De automaten werden hoofdzakelijk in de Verenigde Staten geleverd. Naar verluidt werden 3 liter motoren in het fabrieksrevisieprogramma vaak vervangen door een 2.7 motor.  

 Wat betreft de modeljaren heeft zich een eigenaardigheid voorgedaan. Doorgaans werd bij Citroën het modeljaar begonnen na de zomervakantie in september. In 1972 is evenwel eerder gestart met de injectie-uitvoering en dus modeljaar 1973. Er zijn diverse SM’s injectie uit juli 1972 bekend. Daarbij is waargenomen dat de tweede kleur van de geborstelde interieur platen al in juli werd ingevoerd. Ook is waargenomen dat er originele injectie-auto’s zijn die nog wel beschikten over een 71’er kleur.

Van de geborstelde metalen interieurdelen zijn drie kleuren geleverd geweest. De eerste was de wat donkerdere gouden variant. De tweede kleur kwam met de komst van de injectie en was wat lichter en houdt het midden tussen brons en zilver. De derde variant lijkt zijn intrede te hebben gedaan toen de productie bij Ligier plaatsvond in het laatste jaar van de productieperiode. Deze kleur is echt zilver zonder gouden of bronzen tint.

Kleine variaties waren verder de plaats van de slotjes in de voordeuren en de wijziging van de stoffen bekleding. Het was naar verluidt februari 1973 dat de deurslotjes verhuisden van de deurgreep naar de deurplaat. Bij de komst van de injectie veranderde de stoffen bekleding van banen in blokken. De leren bekleding is op enkele uitzonderingen na steeds in banen gemaakt.